Echinophyllia spp. (Ultra)

Belichting

Wij raden gematigde verlichtingsniveaus aan rond 100 PAR. De meeste soorten chalice koralen zijn aanpasbaar aan verschillende lichtintensiteiten, maar de eerste prioriteit moet altijd zijn "koralen niet wegblazen met licht". Het duurt niet lang om chalice koralen te overbelichten, wat kan leiden tot verbleking en een snelle achteruitgang van de gezondheid. Het is veel beter om een ​​ondermaatse verlichtingsintensiteit te bieden en de situatie langzaam te corrigeren door het licht of de plaatsing van de chalice aan te passen.

Lage Belichting

Weinig licht vertaalt zich naar ongeveer 30-50 PAR

Medium Belichting

Gemiddeld Licht is tussen 50-150 PAR

Hoge Belichting

Hoge belichting is alles boven 150 PAR.

Waterstroom

Net als licht is waterstroom niet iets waar ik gek van zou worden. Matige waterbeweging wordt aanbevolen.

Bij te weinig stroming loop je het risico dat er vuil op de kolonies terechtkomt waardoor er dode hoeken ontstaan. Verschillende soorten kelkkoralen vormen van nature een komvorm en er moet voldoende stroming zijn om alles weg te vegen dat anders in het midden zou neerslaan.

Te veel stroming en je loopt het risico dat het koraal van het rotswerk valt. Hun plaatvorm speelt opnieuw een rol, want als er veel stroming is, gedraagt ​​​​de kolonie zich als een zeil en kan het van de rotsen worden getild en ofwel met het gezicht naar beneden in het substraat of erger nog op een ander koraal.

Voeding

Chalice koraal wordt beschouwd als fotosynthetische koralen, wat betekent dat ze een symbiotische relatie hebben met dinoflagellates die in hun vlees leven, oftewel zooxanthellae. De Chalice profiteert door toegang te krijgen tot de bijproducten van hun fotosynthetische activiteit, namelijk de eenvoudige suikers die worden geproduceerd.